Levenslicht

Het lijkt erop dat hoe ouder ik word, hoe meer leed er zich om mij heen nestelt. In mijn familie wordt de oudere generatie doof, blind of vergeetachtig. Uit mijn eigen generatie gaan er geregeld gezinnen scheiden. Of zijn hun kinderen aan de drugs, krijgt iemand een hartinfarct of overwint kanker. Sommigen zitten met een burn-out thuis of zijn arbeidsongeschikt. Hoe ouder we worden, hoe meer tegenslagen zichtbaar worden. Het leven is fragiel en kwetsbaar.

Ik word niet alleen geraakt door zoveel leed en verdriet, maar ik ben vooral geboeid door hoe mensen met dit verdriet omgaan. Ik kijk en observeer als christen, maar ook als dochter, vriendin en collega. Ik vraag me dan ook geregeld af hoe ik om ga met het overlijden van een dierbare, of een scheiding. Of een verslavingsprobleem van mijn neefje, een hartinfarct van mijn oma of de dementie van mijn opa. Het zijn de dingen die het leven zwaar laten tillen. Het is de strategie, de wijze waarop iemand met verdriet omgaat die verschilt.

Sommigen slaan aan de slag, regelen van alles en worden de regeltante. Anderen worden stil, trekken zich terug en willen alleen gelaten worden. Weer anderen zoeken steun in hun sociale omgeving. Ze praten veel maar niet over hun verdriet. Daarnaast heb je ook nog mensen die veel alcohol gaan drinken, sporten overdreven veel of eten zich tonnetje rond. Ook heb je -zoals ik- mensen die steun vinden in hun geloof en bidden veel.

De verwerking van verdriet is in het hele proces een niet te onderschatten factor. Het leven blijft een wonderlijk spektakel het begint en het eindigt. Ondertussen gaat het op herhaling, verjongt en vernieuwd zich en sterft weer af. Het is ondoorgrondelijk en complex, je legt het vast op doek of op papier, je houdt het in de houdgreep of andersom. Het is kleurrijk en spannend, vaak de moeite waard en soms ook niet, het legt je in de luren en laat je lachen. En heeft een ingebouwd mechanisme, ergens tussen de oren, om teleurstellingen maar bovenal verdriet een plek te kunnen geven.

Ondertussen lopen we samen met een schepje en een schoenendoos naar de achtertuin. In het doosje ligt haar konijntje, Skip. Haar traantjes vallen één voor één op de grond. ‘Skip was lief hé, Kelsey?’ Snikt ze terwijl ze haar traantjes wegveegt. Ik knik. Samen zaten ze vaak in de tuin op het gras. De liefde waarmee ze haar worteltjes keer op keer aan Skip gaf, deed me iets. Skip was bijzonder, ondanks zijn albino witte vacht en zijn blauwe rechteroogje. Ze heeft hem als mini-konijntje opgevoed. Hij had iets speciaals. Kwam uit zijn hok huppelen als ze hem een worteltje kwam geven. Nu is hij dood. Langzaam legt ze het doosje in de kuil. We staan even stil. Nog een laatste blik en dan schept ze het lichtbruine zand op het doosje. Haar traantjes verkleuren het zand. ‘Kelsey?’ vraagt ze met een zachte stem. Ze veegt haar traantjes weg. ‘Bestaat er ook een konijnenhemel?’ Ik knik weer. ‘Gelukkig. Dan is Skip nu bij al zijn konijnenvriendjes. Kan hij lekker spelen en worteltjes eten.’

Ik bedenk me dat dit een geruststellende gedachte is. Wellicht is er wel een konijnenhemel. ‘Skip is nu vast in de konijnenhemel, waar alle konijntjes met elkaar spelen en worteltjes eten,’ zeg ik. We lopen hand in hand door de tuin. Ineens blijft ze staan en kijkt naar boven. Een grote heldere ster siert de hemel. ‘Opa en oma vonden Skip ook erg lief. Ze zullen vast goed voor Skip zorgen.’ Een nieuwe traan glijdt weg uit haar waterige oogjes. Vanaf vandaag ziet de wereld er voor haar heel anders uit.

 

In Memoriam
Allan Obdeijn
14-09-1958 Canada          02-09-2013 Gorssel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *