De Britse natuurkundige Stephen Hawking beweerde in zijn laatste boek dat God niet gezien moet worden als een wezen wat je kunt aanroepen en vragen stellen. Dat was hem als agnost nogal tegengevallen. Gelukkig weet mijn nichtje Lotte beter. Zij gelooft voor de volle 100% in het bestaan van God. Juf Minke heeft haar immers over God vertelt en Lotte beschouwt haar juf als haar persoonlijke God. Iets wat mij als haar nichtje behoorlijk beangstigd. Gisteravond zat ze vol geloof naar de hemel te staren. ‘Ga even weg Kelsey’, zei ze. ‘Waarom?’ vroeg ik verbaasd. ‘Ik moet even met God praten’, antwoordde ze terug. Een kleine grinnik ontsnapte uit mijn mond. Begripvol deed ik een stapje achteruit en luisterde mee vanuit de hoek van haar kamer. ‘Lieve God’ begon ze terwijl ze haar handen in elkaar vouwde. ‘Kunt u mij horen? Ik hoor u in ieder geval wel. Ik wens dat iedereen op aarde tegen elkaar lief is. Ook op andere planeten zoals Pluto. Zo heet de hond van Mickey Mouse trouwens ook God’, zegt ze lacherig. ‘Maar ik wens vooral op aarde dat iedereen aardig is, want vandaag was Kelsey boos op mij.’ Nou, lekker is dat, dacht ik. Word ik door mijn bloedeigen nichtje aangegeven bij de hoogste baas. ‘Maar dat was mijn eigen schuld hoor’, vervolgd ze. ‘Ik heb al sorry gezegd’. Mooi, brabbelde ik in mezelf. Het lijkt me dat God dringendere zaken aan zijn hoofd heeft.
‘Ehm, Lot, ben je nu klaar?’ vroeg ik vanachter het muurtje. ‘Kehels’, zei ze geïrriteerd. ‘Laat me nou even alleen met God. Hij wil ook met mij praten’. Da’s mooi, dacht ik. Wat heeft hij tegen je te zeggen? Beter naar Kelsey luisteren? Enfin, gebiologeerd luister ik verder naar Lotte’s gebrabbel. ‘Hallo God, daar was ik weer’ gaat Lotte verder. ‘Hij heeft het daarboven wel druk hoor’, zeg ik hardop naar Lotte. ‘Nou en, God luistert naar iedereen Kelsey!’ Tja, daar had ik natuurlijk niet veel meer of minder op te zeggen. Als oud-studente van een religiestudie mag ik haar spirituele groei natuurlijk niet in de weg staan. ‘Vandaag werd ik gepest door een jongen uit mijn klas. Hij heeft me zelfs geslagen. Maar ik heb teruggeslagen hoor God. Want Kelsey zegt dat je mag terugslaan als iemand je slaat’. ‘Ja, nu is het goed hoor Lotte!’ Zeg ik en ik stap absurpt haar kamer in. ‘Kom, slapen Lot’, zeg ik iets te geïrriteerd. ‘Nou God, ik ga. Tot morgen!’ Volledig verbijsterd kijk ik naar mijn devote nichtje totdat ik iemand aan mijn jasje voel trekken.
‘Hé! Wat doe jij nou weer uit bed?’ Lotte’s broertje Niels negeerde mijn vraag, alsof hij nooit iets anders doet. ‘Met wie praat Lotte?’ zegt Niels verbijsterd. ‘Met God’ zeg ik met een stalen gezicht terwijl ik mijn best doe de twee gebiologeerde kinderen in bed te krijgen. ‘En? Zegt God wat terug?’ Zegt Niels vol overgave. ‘God zegt niks terug, maar hij hoort alles. Toch Kelsey?’ zegt Lotte. Ik knik. ‘God woont in de hemel’, gaat Lotte verder. ‘En daar woont oma ook. Want de hemel is waar je naar toe gaat als je dood bent. God is ook dood.’ Oei, dacht ik, op dat punt is Lotte nog niet helemaal Bijbelvast. Maarja, het eeuwige leven is natuurlijk een moeilijk thema voor een meisje dat net vier is geworden. Ineens bedenk ik wat mijn favoriete godsdienstleraar ooit eens wijs zei: ‘Het enige waar de hemel iets aan heeft is het geloof van de mens. Aan kennis heeft de hemel niets.’ Ik denk dat ik ook maar eens even met God moet praten.