Mijn ogen voelen zwaar. De kleine lichtstraaltjes die nog binnen komen via de kiertjes tussen mijn wimpers houden mij nog enigzins wakker. Het kaarslicht is gedempt. De kaarsen die begin deze avond nog mooi egaal waren, zijn veranderd in kleine vlammende stompjes. Het verhuld hoelang we hier al liggen.
Je warme armen om me heen laten me veilig voelen. Je mooie, grote mannelijke handen beschermen mij. Ze zijn zacht, maar toch sterk. Het geeft me het verlangen. Het verlangen van de ideale droom.
Zachtjes knipper ik nog eens met mijn ogen. Het zachte getik van de klok, het nachtelijkeĀ gefluit van de vogels, je zware ademhaling. Het doet me beseffen hoe fijn stilte is. Stilte met jou. Alsof niets meer er toe doet. Alleen jij. En ik.
Ik draai me om. De smalle bank waarop we liggen laat me enigszins acrobatische capriolen uithalen, maar wanneer ik eenmaal met mijn gezicht naar je gekeerd ben voel ik daar niets meer van. Ik voel je adem in mijn gezicht. Je stralende ogen kijken me verlangend aan. Niets of niemand lijkt ons in de weg te staan. Even verdwaal ik in mijn gedachten. Je warme handen op mijn buik houden me in het nu. Zachtjes pak ik je hand en streel hem over mijn lichaam. Mijn hals, mijn borsten, mijn buik. Je handen geven zich over aan de mijne. Subtiel ontkleedt je mijn shirtje van mijn lichaam. Kleine, oranje sproetjes zijn nog maar zichtbaar in dit schaarse kaarslicht. Mijn zachte lippen glijden door je nek, over je tepels naar je buik. Onvermijdelijk hoor ik je zachte kreuntjes. Ik knoop je blouse open en gooi hem op de grond. Onze kledingstukken liggen kriskras door elkaar op je vloer. Niets of niemand houdt ons tegen. Het getik van de klok verdwijnt zachtjes verder op de achtergrond, deze nacht zal de tijd doen stil staan…